Dat woningnood een thema is in de kabinetsformatie staat buiten kijf, maar woningcorporaties zijn er nog niet gerust op dat ze straks het voortouw mogen nemen bij het bouwen van nieuwe huizen. Vorige week ging er opnieuw een brief naar de informateur, met het pleidooi de verhuurdersheffing af te schaffen.
Voor een kans op een sociale huurwoning moet je in minstens negentig gemeenten gemiddeld meer dan zeven jaar ingeschreven staan, blijkt uit recent onderzoek van de NOS. Er zijn dus veel te weinig beschikbare sociale huurwoningen, waarvan de huurprijs is gereguleerd en doorgaans onder de 752 euro ligt.
“In de dagelijkse praktijk voel ik de druk”, zegt Tonny van der Ven, bestuurder van Alwel, een woningcorporatie met 25.000 huizen in West-Brabant. “Er wordt een groot maatschappelijk beroep op ons gedaan: beschermd wonen, crisisopvang uit de geestelijke gezondheidszorg, statushouders. En als een woning wordt verloot, wordt er honderden keren op gereageerd.”
‘In een land met zo weinig ruimte moet de woningmarkt worden gestuurd’
Woningcorporaties staan in de startblokken om meer te gaan bouwen, zegt ze. “Het liberale standpunt van de koopwoning als hoogst haalbare doel, lost het probleem van een gebrek aan betaalbare woningen niet op. In een land met zo weinig ruimte moet de woningmarkt worden gestuurd. Niet per se om woningcorporaties in het zadel te helpen, maar om ervoor te zorgen dat er voor iedereen een fatsoenlijk dak boven het hoofd komt.”
Brancheorganisatie voor woningcorporaties Aedes heeft zich aangesloten bij de Actieagenda Wonen, een plan van veertig organisaties om fors te investeren in woningbouw, met als doel een miljoen nieuwe huizen in tien jaar tijd. “Zonder zo’n deltaprogramma, waarin ook aandacht is voor maatschappelijke problematiek, komen we er niet en staat ook de veiligheid in bepaalde wijken onder druk”, zegt Van der Ven, ook bestuurslid van Aedes.
Het steekt corporaties dat ze hun oude taak als volkshuisvester niet meer goed kunnen uitvoeren door de omstreden verhuurdersheffing die het kabinet-Rutte II tijdens de laatste crisis heeft ingevoerd. De bouwproductie halveerde en als de belasting van 1,7 miljard euro niet van tafel gaat, komen corporaties over vijf of tien jaar in financiële problemen. Bij kleinere corporaties vloeien drie maanden huuropbrengsten direct naar de staatskas, zo schetsen de ondertekenaars in een brief naar de informateur.
Inzetten op bouw van betaalbare appartementen
Volgens Paulus Jansen is het nog de vraag of de brief in goede aarde valt en de term ‘volkshuisvesting’ het van ‘woningmarkt’ gaat winnen. Jansen was Tweede Kamerlid en wethouder in Utrecht namens de SP en later directeur van de Woonbond. “De aandacht in de media voor woningnood is fors toegenomen en in de verkiezingsprogramma’s is er veel meer over gezegd en beloofd dan in de twintig jaar ervoor, maar ik twijfel of een nieuw kabinet de woningcorporaties direct de middelen wil geven die nodig zijn om betaalbaar te bouwen.”
“De rechtse partijen in de Tweede Kamer willen vooral laagbouw in perifere gebieden, maar in mijn ogen helpt dat de mensen die in de steden naar betaalbare woningen zoeken niet. Uit oogpunt van betaalbaarheid zou je appartementen van 60 tot 100 vierkante meter willen toevoegen. Hoe dan ook gaan de plannen die nu worden gesmeed op z’n vroegst over vijf jaar uitwerking hebben. In de tussentijd zal je toch iets moeten doen aan de betaalbaarheid en toewijzing van woningen, als het aan mij ligt zelfs bij koopwoningen.”
Volgens Van der Ven is inzetten op de bouw van betaalbare appartementen inderdaad verstandig. “Wij hebben veel grote eengezinswoningen in bezit, terwijl het aantal kleine huishoudens nu al 70 tot 80 procent betreft en dat groeit verder. Als we kleiner bijbouwen, kunnen we doorstroming organiseren en mogelijk zelfs een deel van onze voorraad verkopen zodat er meer betaalbare koophuizen op de markt komen.”
Bron
-
Dit bericht verscheen ook op: www.nu.nl