Tijdelijke huurcontracten toch niet verlengd na verzet Eerste Kamer

Huren

De Eerste Kamer heeft een stokje gestoken voor het verruimen van de mogelijkheid voor verhuurders van woningen om tijdelijke contracten aan te bieden. Momenteel mag een verhuurder na twee jaar een huurder zonder reden een huis uitzetten en de Tweede Kamer wilde daar drie jaar van maken.

De Woonbond, die opkomt voor de belangen van huurders, heeft de Eerste Kamer voor de stemming een brief geschreven om te voorkomen dat de wetswijziging zou doorgaan. Partijen uit de Eerste Kamer waren uiteindelijk bang dat een maximum van drie jaar zou leiden tot meer woononzekerheid.

Verder is een streep gezet door het stapelen van tijdelijke huurcontracten, waardoor na een jaar nóg een tijdelijk contract van een jaar mogelijk zou zijn. Een verplichte minimumperiode voor huurders, die de Tweede Kamer graag zag komen, is bovendien van tafel geveegd.

‘Huurders trekken minder snel aan de bel’

“Het stapelen van tijdelijke contracten is zeer onverstandig”, zegt Woonbond-woordvoerder Marcel Trip. “Huurders zouden tot drie jaar na verhuizing uit huis kunnen worden gezet zonder reden. Ze zijn die hele periode geneigd minder snel aan de bel te trekken over bijvoorbeeld achterstallig onderhoud of een te hoge huurprijs, omdat ze vrezen dat hun contract niet wordt verlengd. Maar zelfs als alles goed gaat, kan het zijn dat ze na drie jaar weer op zoek moeten naar een andere plek.”

Het stak de Woonbond dat de Tweede Kamer niet heeft gewacht tot een evaluatie waarin de invoering van tijdelijke contracten onder de loep wordt genomen. Het is pas sinds 2015 mogelijk dat verhuurders met tijdelijke contracten werken, bedoeld om meer huiseigenaren over de streep te trekken om leegstaande woonruimte aan te bieden. Het effect is echter dat een tijdelijk contract bij commerciële verhuur de norm is geworden. In gebieden waar de woningnood hoog is, maken particuliere verhuurders in 74 procent van de gevallen gebruik van tijdelijke huurcontracten. Daarbuiten is dat 63 procent, zo blijkt uit de evaluatie die begin deze maand is gepubliceerd.

Wat zijn de regels voor verhuurders (en huurders?)

  • Stapelen van tijdelijke huurcontracten mag niet. Oftewel na het eerste tijdelijke contract van één of twee jaar móét een contract voor onbepaalde tijd volgen.
  • Eisen dat een verhuurder minimaal een bepaalde periode de huur betaalt, is verboden. Als een huurder een ander huis vindt, mag een verhuurder alleen een opzegperiode van één of twee maanden aanhouden. Eist een verhuurder dit toch, dan hoef je je daar als huurder niet aan te houden, zelfs niet als je een contract hebt getekend waarin dat wel wordt aangegeven.
  • Een tijdelijk contract geven voor drie jaar mag dus niet. Het maximum blijft staan op twee jaar.

De Woonbond spreekt van een “onzorgvuldig proces” dat de Tweede Kamer heeft doorlopen bij de aangenomen aanpassingen van de wet die VVD-Kamerlid Daniël Koerhuis had voorgesteld. “Dit gaat over de zekerheid van een dak boven je hoofd. Dan is het onbegrijpelijk dat de Tweede Kamer niet heeft gewacht op de evaluatie”, aldus woordvoerder Trip.

Na de vakantieperiode wordt het onderwerp opnieuw besproken in de Tweede Kamer, maar aangezien de Eerste Kamer de wetswijzigingen niet zag zitten, heeft demissionair minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) beloofd ze niet door te voeren.

Bron

Deel dit bericht