Terugdringen gezondheidsverschillen moet wettelijke plicht worden

Gezond leven

De overheid moet het zichzelf wettelijk verplichten de gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleide Nederlanders terug te dringen. Om dat doel te bereiken moeten de komende kabinetten bovendien miljarden euro’s vrijmaken. Dat stelt de invloedrijke Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in een advies dat een radicale breuk bepleit met het huidige volksgezondheidsbeleid.

Laagopgeleide Nederlanders gaan momenteel zes jaar eerder dood dan hoogopgeleide landgenoten en leven liefst vijftien jaar minder in goede gezondheid. ‘Als we nu niets veranderen, lopen die verschillen alleen maar verder op’, zegt Jet Bussemaker, voorzitter van de RVS.

De gezondheidsverschillen zijn zeker niet alleen het gevolg van slechte eetgewoonten of een ongezonde leefstijl, maar van een complexe brij aan ellende: slechte woningen met schimmel op de muren, eenzaamheid, fijnstof in achterstandswijken naast de snelweg, onzekerheid in flexbanen aan de onderkant van de arbeidsmarkt, schulden en veel stress door bestaansonzekerheid. Het zijn problemen die vaak van generatie op generatie worden overgedragen.

Daarom is een langjarige aanpak – van minstens 15 jaar – nodig, waarin ministeries, gemeenten, zorgverzekeraars, maatschappelijk werkers en zorgverleners samenwerken om de dieperliggende oorzaken aan te pakken. Begin daarbij bij de ongezondste (en vaak armste) wijken, adviseert de RVS. Concreet betekent dat meer schuldhulpverlening, het opknappen of nieuw bouwen van woningen en buitenruimte, meer sportfaciliteiten, maar ook het invoeren van een suikertaks, een verbod op reclame voor ongezonde voeding en meer mogelijkheden voor gemeenten om bijvoorbeeld snackbars in de buurt van scholen te verbieden.

Bussemaker: ‘We moeten breken met het idee dat gezondheidsbevordering alleen maar een individuele verantwoordelijkheid is, waar je als overheid niet op kan of mag ingrijpen. Een suikertaks of een snackbar weren, kon de afgelopen jaren niet, omdat de individuele keuzevrijheid heilig was. Maar als de maatschappelijke schade zo enorm is, kun je dan nog wel van echte keuzen spreken?’

Maatschappelijke ontwrichting

Als die gezondheid te ver uiteen gaat lopen, dreigt maatschappelijke ontwrichting, zegt Bussemaker. De arbeidsdeelname en -productiviteit gaat omlaag, terwijl er in sectoren als de zorg juist een enorm arbeidstekort is. Een uniforme pensioenleeftijd zal nauwelijks meer te handhaven zijn, en als de gezondheid van een grote groep mensen structureel achterblijft, zal de polarisatie en het wantrouwen in de overheid alleen maar verder toenemen.

Het advies van de RVS past in een brede waaier van adviezen met dezelfde strekking: preventie moet veel belangrijker worden. Zo willen de ziekenhuizen meer preventie in de basisverzekering, pleit artsenorganisaties KNMG voor een aparte preventiewet en wensen drie grote zorgverzekeraars een gezondheidsplicht, naast de al bestaande zorgplicht.

De RVS gaat nu een stap verder en wil de aanpak van de gezondheidsverschillen wettelijk vastleggen. ‘Een breekijzer’, zegt Bussemaker. ‘Nu is er helemaal niemand die kan worden aangesproken op de groei van de verschillen, iedereen kijkt de andere kant op. Als iemand hierop aanspreekbaar wordt, is dat een enorme stap voorwaarts.’

Moedeloos

Maria Jansen, hoogleraar populatiegericht gezondheidsbeleid in Maastricht en werkzaam bij de GGD Zuid-Limburg, staat ‘volledig achter dat voorstel’. ‘De kloof wordt al dertig jaar alleen maar groter, ik word er lichtelijk moedeloos van.’ Wettelijke regels en protocollen zijn er wel als het om gezondheidsbescherming gaat (‘Kijk naar covid; we hebben patsboem een anderhalvemeterregel en mondkapjes’), maar voor gezondheidsbevordering zijn de regels ‘veel te vrijblijvend’.

Jansen: ‘Wij hebben hier in Limburg scholen waar meer dan 20 procent van de leerlingen overgewicht heeft. Zoiets zou je als streefwaarde kunnen neerleggen: gaat een school boven de 20 procent, of beter nog: 10 procent, dan geldt er een wettelijke verplichting de school intensief te ondersteunen. Bijvoorbeeld met een verlengde schooldag met meer sport, spel en cultuur, en met een gezamenlijke, gezonde lunch. Uit de praktijk blijkt dat dit echt resulteert in een lager BMI en een kleinere buikomvang.’

Het geld voor de beleidsomslag moet grotendeels uit de VWS-begroting komen, vindt de RVS, te beginnen met 2 procent per jaar, dat komt neer op 1,7 miljard euro. Een reuzensprong: nu is er ongeveer 30 miljoen euro per jaar beschikbaar voor het verkleinen van de gezondheidsverschillen.

Bron

Deel dit bericht