Het kabinet trok via een razendsnelle aanbesteding €200 mln uit voor de bouw van ruim tweeduizend flexwoningen. Nu de tijdelijke huisjes er zijn, verdwijnt een groot deel in de opslag. Gemeenten en woningcorporaties staan nog niet te springen.

In het kort
- Het Rijksvastgoedbedrijf heeft tweeduizend flexwoningen laten bouwen.
- Maar er zijn te weinig plekken voor de tijdelijke huisjes.
- Gemeenten zitten niet altijd op de woningen te wachten.
- Tientallen kant-en-klare huizen verdwijnen nu in de opslag.
Het plaatsen van door het Rijk ingekochte flexwoningen gaat veel langzamer dan gedacht, omdat afspraken maken met gemeenten en woningcorporaties onvoldoende lukt. De kant-en-klare tijdelijke huizen worden nu noodgedwongen opgeslagen bij bouwbedrijven en in speciaal gereserveerde loodsen.
In totaal is het Rijksvastgoedbedrijf op zoek naar afnemers voor ruim achthonderd van tweeduizend tijdelijke huizen die in december zijn besteld, zo laat een woordvoerder van woonminister Hugo de Jonge weten in antwoord op vragen van het FD. Voor zeker die achthonderd lopen nog ’tientallen gesprekken in diverse vormen van concreetheid’, aldus de woordvoerder. Ongeveer honderd van deze woningen staan nu in een loods in het Utrechtse Lopik.
‘Dit moet een wake-upcall zijn’, zegt Wim Reedijk van het Expertisecentrum Flexwonen, die de situatie van de opgeslagen woningen ‘gekmakend’ noemt voor woningzoekenden. ‘Heel erg jammer dat met name gemeenten niet zo daadkrachtig zijn met het afnemen’, zegt directeur Harry van Zandwijk van flexwoningenbouwer Daiwa House, die zelf nu ook enkele tientallen woningen in de opslag heeft.
Gemeenten weifelen
De gebrekkige afname is een nieuw teken dat de afzet van flexwoningen moeizaam verloopt. Het kabinet ziet de bouw van tienduizenden tijdelijke huizen als de snelste manier om het woningtekort terug te dringen. Deze woningen zijn veel rapper in elkaar te zetten dan permanente huizen en de procedures om ze te plaatsen korter. Maar gemeenten en woningcorporaties weifelen met de plaatsing ervan. De bouw van flexwoningen kan vaak op protest rekenen van omwonenden en corporaties twijfelen of de verhuur financieel uit kan.
Het kabinet wil dat er voor het einde van 2024 zo’n 37.500 van dit soort tijdelijke huizen in Nederland staan, die zijn bedoeld voor mensen die razendsnel op zoek zijn naar een woning zoals studenten, statushouders en mensen die in een scheiding liggen.
Vorig jaar werden er slechts 3400 van de verwachte 7500 geplaatst. Het kabinet verwacht dat de productie dit jaar omhoog gaat naar 12.000 stuks, maar dat is nog altijd minder dan het doel van 15.000 huizen, zo liet De Jonge vorige week weten in een brief aan de Tweede Kamer.
Versnellen
De huizen die nu in de opslag verdwijnen, kocht het Rijk juist voor het aanzwengelen van de bouwproductie. Met een snelle aanbesteding die slechts drie maanden duurde, wilde minister De Jonge bouwbedrijven zekerheid van afname geven en de verspreiding van tijdelijke woningen ‘versnellen’.
In totaal gaf het Rijk in december negen bedrijven voor €200 mln aan bouwopdrachten. Toen was nog niet bekend waar de tweeduizend bestelde huisjes moesten komen. Het Rijksvastgoedbedrijf zou tijdens de bouw op zoek gaan naar afnemers.
Nu blijkt die zoektocht ‘weerbarstiger dan gehoopt’, erkent De Jonge. Vorige week werden de eerste woningen geplaatst in Delft en de gemeente Leeuwarden gaat huizen afnemen. Daarnaast zijn er ongeveer 750 huizen gereserveerd voor ‘concrete projecten’ in diverse gemeenten. Ook reserveerde het Centraal Orgaan opvang asielzoekers honderden huisjes, al is nog niet duidelijk of voor deze woningen al een plek is gevonden.
‘We hebben de eerste 84 geleverd en daar ben ik blij mee’, zegt Van Zandwijk van Daiwa die de komende tijd in totaal 480 huizen produceert. ‘En de rest slaan wij op tot we het sein krijgen dat ze weg kunnen.’ Voor de tijdelijke opslaglocatie in Lopik heeft het kabinet €8 mln gereserveerd in de voorjaarsnota. Al is nog onduidelijk hoe hoog die opslagkosten precies uitvallen.
Bezwaren
De door het Rijk bestelde woningen voldoen vaak niet aan de eisen van gemeenten en corporaties. Zo bestelde het kabinet gestapelde bouw van drie verdiepingen, maar willen sommige gemeenten alleen grondgebonden woningen of juist vijf hoog bouwen. Bovendien worden de woningen opgeleverd in percelen van in beginsel 48 stuks. Dat zijn er soms te veel voor de beschikbare kavel.
Woningcorporaties zien veel exploitatierisico’s. Tijdelijke woningen kunnen vijftien jaar op één plek staan. Dat is te kort voor corporaties om quitte te spelen op hun investering. De huisjes zullen later nog naar een andere locatie moeten, maar bij de aankoop is vaak nog onduidelijk waar.
Minister De Jonge probeert dat nu te ondervangen met een zogeheten financiële herplaatsingsgarantie. Mocht het niet lukken een tweede locatie te vinden, dan neemt de overheid het verlies als gevolg hiervan deels over. De minister verwacht dit jaar nog een ‘volledige matching’ van locaties en woningen.
Bron
-
Dit bericht verscheen ook op: fd.nl