Daklozen zijn allang niet meer alleen de verslaafde dronkenlappen die hun roes uitslapen op een bankje in het park. Het aantal ‘economische daklozen’ groeit: mensen die door een scheiding of schulden geen huis hebben. Velen van hen hebben zelfs gewoon een baan.

Opvangorganisatie Springplank040 in Eindhoven heeft alarm geslagen over de explosieve groei van het aantal economische daklozen, ook wel ‘bankslapers’ genoemd, in de vijfde stad van Nederland. Dit zijn mensen die door scheiding, baanverlies of oplopende schulden geen woning meer hebben en noodgedwongen tijdelijk bij familie of vrienden verblijven.
‘Het is verreweg de grootste groep dak- en thuislozen die we kennen’, aldus Thijs Eradus, directeur en oprichter van Springplank. ‘Maar deze daklozen zitten niet in de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die vooral over mensen in de opvang gaan. Het gevaar bestaat dat hun sociaal netwerk uitgeput raakt, waardoor ze uiteindelijk toch in de opvang komen.’
De Eindhovense organisatie registreert niet alleen de daklozen in de opvanglocaties, maar ook de mensen die er hun postadres hebben. Zo’n postadres is nodig voor werk, belastingaangifte of het ontvangen van een uitkering. Die groep ‘bankslapers’ met een postadres bij Springplank bedraagt momenteel 850 mensen, van wie 60 procent een baan heeft. In de daklozenopvang zelf zitten zo’n 100 mensen. Van die groep is al bijna de helft economisch dakloos – vorig jaar was dat nog een kwart.
‘Het zijn mensen die niet thuishoren in de daklozenopvang’, vindt Eradus. ‘We proberen ze ook zo veel mogelijk te scheiden van de ‘klassieke’ daklozen met een psychiatrische of verslavingsproblematiek. Dat lukt helaas niet altijd.’
Vergeten groep
Volgens Eradus gaat het om een ‘vergeten groep daklozen’, die door de woningnood en hoge huizenprijzen groeit. Dakloosheid wordt nog te veel gezien als een zorgprobleem, stelt hij, terwijl het vooral een woonvraagstuk is. De hedendaagse dakloze is al lang niet meer de verslaafde dronkenlap die zijn roes uitslaapt op een bankje in het park.
Springplank is een van de eerste opvangorganisaties die harde cijfers heeft over het groeiend aantal bankslapers. Maar uit andere steden komen soortgelijke signalen. Deze mensen worden geacht zelfredzaam te zijn, maar kunnen zonder veilig dak boven hun hoofd ook zomaar afglijden.
‘Dakloosheid kan ons allemaal overkomen’, waarschuwt directeur Esmé Wiegman van Valente, de branchevereniging van opvangorganisaties. ‘Door allerlei omstandigheden kunnen mensen hun huis kwijtraken en op straat komen te staan. Ze melden zich vaak niet bij de opvang en komen niet voor in de tellingen. Maar het risico bestaat wel dat ze in die omstandigheden nog verder achterop raken.’
Begin 2021 waren volgens cijfers van het CBS 32 duizend mensen in de leeftijd tussen 18 en 65 jaar dakloos. Een jaar eerder waren dat er nog 36 duizend. Maar het aantal werkelijke dak- en thuislozen wordt aanmerkelijk hoger geschat. Want in de officiële cijfers ontbreken bijvoorbeeld niet alleen de economische daklozen, maar ook 65-plussers, arbeidsmigranten en kinderen.
Nieuwe telling voor daklozen
‘In Nederland ontbreekt het zicht op omvang en aard van de groep dak- en thuisloze mensen’, stelt het Kansfonds, een goededoelenorganisatie voor kwetsbare mensen. ‘Daardoor kan ook geen effectief beleid worden gemaakt voor de aanpak van dak- en thuisloosheid.’
Samen met de Hogeschool Utrecht heeft Kansfonds een nieuwe telmethode geïntroduceerd om deze groep beter in beeld te krijgen. De methode is in België ontwikkeld en definieert dakloosheid als een gebrek aan volwaardige huisvesting. ‘Daar vallen dus ook mensen onder die nu vaak onder de radar blijven, zoals de jongere die bij bekenden op de bank slaapt of de gescheiden vrouw die overdag werkt en de nachten in haar auto doorbrengt’, zegt programmaleider Willem van Sermondt. ‘Maar ook mensen die binnen een maand dakloos dreigen te worden omdat ze een instelling of gevangenis verlaten of hun huis worden uitgezet zonder dat zij zicht hebben op een passende woonoplossing, tellen we mee.’
De eerste, eendaagse telling vindt volgende week plaats in Noord-Brabant, met Den Bosch en Oss als centrumgemeenten. Alle regionale organisaties die in aanraking komen met dak- en thuislozen, waaronder ook kerken, buurthuizen, scholen en politie, vullen dan een vragenlijst in. ‘Alleen op die manier kunnen we het onzichtbare zichtbaar maken’, aldus onderzoeksbegeleider Lia van Doorn van de Hogeschool Utrecht.
Bron
-
Dit bericht verscheen ook op: www.volkskrant.nl