Medicijntekorten ook in 2022 onuitroeibaar, impact voor patiënten ‘gigantisch’

zorg

De medicijntekorten in de apotheek zijn vooralsnog onuitroeibaar. In 2022 kwam het 1.514 keer voor dat een middel minstens twee weken niet leverbaar was, blijkt uit cijfers van apothekersvereniging KNMP. Nooit eerder grepen apotheker en patiënt zo vaak mis.

De tekorten zijn de afgelopen tien jaar geëxplodeerd. In 2012 was nog zo’n 300 keer sprake van een tekort, tussen 2015 en 2018 ging het ongeveer 700 keer per jaar mis, en sinds 2019 ligt het aantal tekorten (met uitzondering van 2021) boven de 1.400. Gemiddeld duurde het vorig jaar 91 dagen voordat een middel weer leverbaar was.

De impact op patiënten en apothekers is ‘gigantisch’, zegt KNMP-voorzitter Aris Prins. ‘Ik durf de stelling aan dat elke Nederlander die chronisch medicijnen gebruikt met een tekort te maken heeft gehad.’ De tekorten gelden voor de volle breedte van de middelen die apothekers leveren: van anti-misselijkheidsdrankjes voor kinderen die een chemokuur moeten ondergaan, tot amoxicilline, een veelgebruikt antibioticum. Van hooikoortsmedicatie tot middelen voor parkinson- en epilepsie-patiënten.

Overigens is in slechts vier op de duizend gevallen er voor de patiënt helemaal geen alternatief voor het voorgeschreven medicijn te bedenken. Apothekers kunnen uitwijken naar een medicijn van een andere fabrikant met dezelfde werkzame stof, of er is een andere behandelingsmethode mogelijk. Ook importeren apothekers schaarse middelen uit het buitenland, of bereiden zij de medicijnen zelf. Al dat geswitch en geregel laat wel z’n sporen na: het kost per apotheek een halve fte om alle gevolgen van het medicijntekort op te vangen, zegt de KNMP.

Complexe oorzaken

De oorzaken van de tekorten zijn complex, en spelen al jaren. Bijna de voltallige medicijnproductie vindt plaats ver van Europese bodem, met name in China in India, en is zo efficiënt mogelijk en dus weinig flexibel ingericht. Valt er ergens een machine uit, is een grondstof vervuild, of komt er een containerschip in de problemen, dan zijn de gevolgen direct in de apotheek merkbaar. ‘Het gebeurt ook dat een container naar Nederland onderweg is, maar bijvoorbeeld Italië bereid is een hogere prijs te betalen’, zegt Prins. ‘Dan is de reden van het tekort officieel een logistieke, maar in feite is dat natuurlijk gewoon economisch.’ De medicijnprijzen in Nederland horen tot de laagste van Europa.

Bovendien hebben producenten vorig jaar 400 middelen van de Nederlandse markt gehaald, wat in 150 gevallen tot een daadwerkelijk tekort leidde. De prijzen zijn hier zo laag, zegt Prins, dat het voor de fabrikanten niet meer rendabel is om aan Nederland te leveren. ‘En als een middel eenmaal van de markt is, komt het nooit meer terug.’

De tekorten zijn niet een typisch Nederlands probleem, de gehele Europese Unie heeft er last van. Vorige week kondigde de Europese Commissie aan strategische medicijnvoorraden te willen aanleggen, en productie naar Europa te willen halen om zo de tekorten te kunnen verminderen en minder afhankelijk te zijn van andere geopolitieke spelers.

Sinds 1 januari zijn nieuwe regels van kracht die fabrikanten, handelaren en apothekers verplichten tot het aanhouden van een ‘ijzeren voorraad’. Die zouden er later dit jaar toe moeten leiden dat voor de meeste medicijnen een voorraad van 2,5 maand beschikbaar is, de tijdsperiode waarbinnen 57 procent van de tekorten afgelopen jaar was opgelost. ‘Zou je die tekorten niet meer hebben, dan scheelt dat enorm’, zegt Prins.

Maar de voortekenen zijn weinig hoopgevend: alleen al de eerste week van dit jaar waren 1.250 medicijnen niet leverbaar (maar als het tekort binnen twee weken is opgelost, telt het niet mee voor de statistieken). Ander zorgwekkend punt: van 37 veelgebruikte medicijnen is door alle vier de grote zorgverzekeraars dezelfde leverancier als ‘preferent’ aangewezen. Andere fabrikanten leveren daarom niet aan de Nederlandse markt. Prins: ‘Valt zo’n preferente fabrikant uit, dan hebben we helemaal niets meer.’

Bron

Deel dit bericht