Het risico om kanker te krijgen is de afgelopen dertig jaar flink toegenomen. De helft van alle Nederlanders krijgt in de loop van het leven de diagnose kanker. Drie decennia geleden ging het nog om één op de drie Nederlanders.

Dat blijkt uit onderzoek van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) dat donderdag verschijnt in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Tussen 1990 en 2019 is de kans op kanker voor vrouwen toegenomen van 33 naar 47 procent, voor mannen van 40 naar 54 procent.
Dat grotere risico op kanker heeft vooral te maken met de gestegen levensverwachting, zegt Otto Visser, hoofd kankerregistratie bij het IKNL. Kanker is een ziekte die vooral bij ouderen voorkomt: ruim 80 procent van de patiënten krijgt de diagnose als ze boven de 60 jaar zijn.
Mannen leven nu gemiddeld 7 jaar langer dan in 1990, vrouwen worden gemiddeld 3,5 jaar ouder. Dat komt onder meer doordat de sterfte aan hart- en vaatziekten flink is gedaald de afgelopen decennia. Visser: ‘Voor elke medische verbetering geldt dat mensen daardoor langer leven, met als keerzijde dat het aantal jaren dat ze kanker kunnen krijgen ook toeneemt.’
Visser hoopt dat de cijfers over de gestegen kans op kanker mensen aan het denken zetten. ‘Meestal publiceren we incidentiecijfers, over het aantal gevallen van kanker per 100 duizend inwoners. Dat zijn abstracte getallen. Kansen zijn makkelijker te begrijpen. Je kunt die meer op jezelf betrekken. Het zou mooi zijn als er een preventieve werking vanuit gaat. Niet alle gevallen van kanker zijn te voorkomen, maar een deel wel, als we oppassend leven.’
Want naast de vergrijzing speelt ook de ongezonde leefstijl van Nederlanders een rol bij het toegenomen kankerrisico, concluderen de onderzoekers. Alcoholgebruik en overgewicht zijn een risicofactor voor een groot aantal vormen van kanker. En steeds meer mensen krijgen huidkanker doordat ze in het verleden te lang in de zon hebben gelegen.
Het goede nieuws is dat het aantal rokers blijft dalen. In 2022 rookte 19 procent van de 18-plussers, tegen ruim 40 procent in 1980. Doordat longkanker zich pas na jaren openbaart, is die trend nog niet helemaal zichtbaar in de cijfers, aldus Visser.
Andere slechte leefstijlgewoontes
Bij mannen is de kans op longkanker nu al afgenomen. Bij vrouwen zette de daling van het aantal rokers pas later in. Visser vreest wel dat de afname van de kans op longkanker teniet zal worden gedaan door de toename van andere slechte leefstijlgewoontes.
In weerwil van almaar betere behandelingen is de kans om aan kanker te overlijden in dertig jaar tijd voor de gemiddelde Nederlander weinig veranderd: ruim een kwart van de Nederlanders overlijdt aan de ziekte. Ook dat heeft te maken met de groeiende groep oudere kankerpatiënten, legt Visser uit. Bij vrouwen onder de 65 en bij mannen onder de 75 is de kans op sterfte gedaald. Bij oudere patiënten ook, maar wel een stuk minder. Omdat zoveel meer ouderen de ziekte krijgen, wegen die trends tegen elkaar op.
De onderzoekers gebruikten cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie, met gegevens van bijna alle patiënten die sinds 1989 de diagnose kanker hebben gekregen. De cijfers over de sterfte aan de ziekte komen van het CBS. De kans om aan kanker te overlijden is groter bij mannen dan bij vrouwen; het gaat om 30 procent versus 23 procent. Vrouwen krijgen vaker te maken met vormen van kanker die meestal goed te genezen zijn, verduidelijkt Visser, zoals borstkanker en baarmoederhalskanker.
Bron
-
Dit bericht verscheen ook op: www.volkskrant.nl