De gesprekken bij de noodhulplijn van Geldfit worden steeds schrijnender. ‘We horen van ouderen die niet meer warm eten’

Financiën

Veel huishoudens dreigen deze winter door de hoge energieprijzen in armoede te vervallen. Bij het noodnummer van hulporganisatie Geldfit staat de telefoon nu al roodgloeiend. ‘Steeds vaker weten ook wij niet echt meer hoe mensen uit de problemen kunnen komen.’

Laatst hing er een monteur aan de lijn bij 0800-8115, een noodnummer van de hulporganisatie Geldfit voor mensen met geldzorgen. De werkgever van de monteur, een netbeheerder, had opdracht gekregen van een energieleverancier om het gas en licht van een wanbetaler af te sluiten. Die wanbetaler bleek een alleenstaande moeder met een klein kind. De monteur kon het niet over zijn hart verkrijgen om, zoals zijn orders luidden, haar hoofdgaskraan en huisaansluitkast van een hangslot te voorzien.

‘Die monteur stond bij de mevrouw voor de deur en zei: ‘Jeetje, ik kan het gewoon niet. Kunnen jullie haar alsjeblieft helpen?’ Het was echt kippenvel’, vertelt Antoinette van der Veer van Geldfit, ploegleider van de door gemeenten, hulporganisaties en een keur van bedrijven – van ABN Amro tot het Zilveren Kruis – in het leven geroepen bellijn.

De bellijn krijgt zo’n 1.500 telefoontjes per maand, een verdubbeling ten opzichte van een jaar geleden. Driekwart van de telefoontjes gaat over de energierekening. Bijvoorbeeld van klanten van Eneco, Vattenfall en andere energiebedrijven die mensen met betalingsproblemen dikwijls doorverwijzen naar Geldfit.

De medewerkers van 0800-8115 brachten de alleenstaande moeder in contact met het crisismeldpunt van haar gemeente. Dit crisismeldpunt kan bijvoorbeeld via een schuldhulpverleningstraject vorderingen van schuldeisers bevriezen, en zo helpen een stokje te steken voor een afsluiting van gas en licht.

Rampscenario

Niet alleen Geldfit, maar tal van maatschappelijke instanties zetten zich momenteel schrap voor de winter, waarin alleen de reddende hand van de overheid en de genade van energieleveranciers lijken te kunnen voorkomen dat veel Nederlanders een sinds de oorlog niet meer gezien verval in armoede doormaken. Er dreigt ‘een rampscenario’, waarschuwde Hans-Peter Oskam, Directeur Beleid & Energietransitie bij Netbeheer Nederland, vorige week in de Tweede Kamer.

De directeur van de koepel van alle gas- en elektriciteitsnetbeheerders was uitgenodigd om een technisch praatje te houden over de elektriciteitsvoorziening in 2030. De nabije toekomst boezemt hem echter veel meer angst in, liet Oskam de parlementariërs weten.

‘Ons grootste rampscenario ligt niet bij de capaciteit van het netwerk in 2030, maar in deze winter. Ons grootste rampscenario is als we eind deze winter een miljoen huishoudens moeten gaan afsluiten.’ Daarmee verwees Oskam naar de recente inschatting van het Centraal Planbureau dat tussen de 670 duizend en 1,2 miljoen Nederlandse huishoudens in ernstige financiële problemen zouden kunnen raken door de hoge energieprijzen.

Voor de netbeheerders, wier monteurs de ondankbare taak hebben om gas en licht af te sluiten als mensen hun energierekening niet meer kunnen betalen, zal het dan ook een opluchting zijn dat het kabinet flink de portemonnee wil trekken om rampscenario’s te voorkomen. Zo denkt het kabinet onder meer aan een noodfonds voor ‘energiearmen’ of aan een prijsplafond voor energieleveranciers, bleek de afgelopen dagen. Woensdagmiddag zijn leveranciers Vattenfall en Eneco te gast in de Tweede Kamer om te praten over de betaalbaarheid van gas en elektra.

Uit een rondgang van de Volkskrant onder netbeheerders blijkt dat er de laatste tijd een lichte stijging is van het aantal huishoudens waarvan het gas is afgesloten. Netbeheerders zijn wettelijk verplicht om de afsluitverzoeken van energieleveranciers uit te voeren. Alleen bij hoge uitzondering kunnen de monteurs van netbeheerders weigeren, bijvoorbeeld als het langer dan twee dagen vriest of wanneer het afsluiten van de stroom leidt tot ernstige gezondheidsrisico’s, zoals het uitvallen van een levensreddend medisch apparaat.

Monteurs als maatschappelijk werkers

Bij Enexis, netbeheerder in onder meer Overijssel, Noord-Brabant en Limburg, zitten ze er niet op te wachten om straks massaal gas en licht te moeten afsluiten bij klanten. ‘Niet alleen zijn dit uitermate schrijnende situaties voor onze klanten, ook voor onze monteurs leveren ze vervelende situaties op’, zegt een woordvoerder.

Van de toch al schaarse monteurs wordt in tijden van energiearmoede verwacht dat ze ook nog eens verkapte maatschappelijk werkers zijn, merkt Eddy Veenstra op, directeur van Rendo, netbeheerder in het zuiden van Drenthe en het noorden van Overijssel. ‘Monteurs maken dikwijls heel wrange situaties mee. Ze gaan ook altijd met zijn tweeën naar een afsluiting, omdat mensen nog weleens agressief kunnen worden.’

Aan wrange verhalen is ook bij de bellijn van Geldfit geen gebrek. Het noodnummer 0800-8115 ontstond in 2019, als initiatief van de Nederlandse Schuldhulproute, een samenwerking tussen hulpverleners, gemeenten en bedrijven. Bij levensbedreigende situaties bel je 112, bij suïcidale gedachten de zelfmoordpreventielijn 113, en via alarmnummer 144-red-een-dier rukt de dierenambulance uit. ‘Maar wie bel je als je geldzorgen hebt?’, legt Antoinette van der Veer de beweegredenen achter Geldfit uit. ‘Zo is het idee voor 115 ontstaan.’

‘We krijgen bijvoorbeeld ouderen aan de lijn die niet meer warm eten, de kachel niet meer aandoen of niet meer douchen’, vertelt van der Veer. ‘Mensen besteden hun laatste geld van de maand liever aan brokjes voor hun huisdier dan aan een fatsoenlijke maaltijd voor zichzelf. De schijf van vijf is dan even een overbodige luxe.’

Het baart Van der Veer zorgen. ‘Ik denk dat we weleens veel mensen zouden kunnen verliezen door longontsteking. Die zitten straks in een ijskoud en vochtig huis omdat ze niet stoken, en als ze amper eten raken ze ook nog eens verzwakt. Ik voorzie echt grote problemen voor de komende winter.’

De medewerkers van Geldfit doen hun uiterste best om ook aan de grootste financiële problemen nog een mouw te passen, al is het dan soms een bescheiden mouwtje. ‘We proberen dan toch te kijken of ze bijvoorbeeld nog recht hebben op toeslagen. Huur- en zorgtoeslag kent iedereen wel, maar vaak hebben gemeenten ook nog speciale potjes, bijvoorbeeld om je kinderen te laten sporten. Veel mensen weten bovendien niet dat ze ook een energietoeslag kunnen aanvragen.’

Intense gesprekken

En als ze het wel weten, zijn lang niet alle Nederlanders geneigd om gebruik te maken van de eenmalige energietoeslag van 1.300 euro, constateert Carla van der Vlist, directeur van Schuldhulpmaatje. ‘Het wantrouwen tegen de overheid is door de toeslagenaffaire groot.’ Mensen zijn bang dat ze het geld later weer moeten terugbetalen, merkt Van der Vlist, ook al drukken gemeenten hun inwoners nog zo op het hart dat een energietoeslag niet terugbetaald hoeft te worden.

Schuldhulpmaatje is een van de maatschappelijke organisaties waarmee Geldfit samenwerkt, net als Humanitas of de formulierenbrigades en energieadviseurs van gemeenten. De hulp die de Geldfit-medewerkers kunnen bieden zijn soms ‘druppels op een gloeiende plaat’, zegt Van der Veer, ‘maar het is fijn als mensen dankzij onze hulp een klein beetje meer financiële ruimte hebben.’

Van der Veer merkt dat de telefoontjes steeds meer vergen van haar belploeg. ‘De gesprekken zijn intenser en pittiger dan voorheen. Het komt steeds vaker voor dat we ook niet meer goed weten hoe mensen uit de problemen kunnen komen. Die leven bijvoorbeeld rond het sociaal minimum, en betalen alleen al 700 euro aan gas en licht. En dan moet je nog huur betalen en boodschappen doen. Hoe kun je dan ooit rondkomen?’

Ze hoopt dat het bestaan van Geldfit bijdraagt aan het doorbreken van het taboe op geldproblemen. ‘Het is super eenzaam als je in de schulden zit, het is niet iets waar je over gaat zitten vertellen als je op een verjaardag bent of in de speeltuin zit met andere moeders of vaders. Terwijl het ontzettend belangrijk is om erover te praten en op tijd aan de bel te trekken. Hoe sneller mensen aankloppen, des te eerder kunnen we een oplossing vinden.’

Bron

Deel dit bericht