Bij de fatale flatbrand in Arnhem in de Nieuwjaarsnacht van 2020 konden bewoners het gebouw niet ontvluchten omdat de enige vluchtweg door de brand was geblokkeerd. De brand kon snel om zich heen grijpen omdat het bankstel waar het vuur ontstond was gevuld met kunststofschuim dat snel brand vat. Daardoor ontstond een gevaarlijke situatie.
Dat concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in een rapport dat woensdag werd gepresenteerd. Volgens de Onderzoeksraad tonen de gebeurtenissen in Arnhem aan dat het toezicht op de brandveiligheid van gebouwen in Nederland verbeterd moet worden. Dat is een taak voor eigenaren van gebouwen, maar ook van gemeenten. De galerijflat in Arnhem voldeed aan de wettelijke regelgeving. Maar doordat er slechts één vluchtroute beschikbaar was, kon toch een kwetsbare situatie ontstaan, aldus de OVV.
Bij de brand kwamen de 39-jarige Raymond en zijn 4-jarige zoon Jelle om toen ze na een bezoek aan oma en opa de lift namen. Op de begane grond werden zij geconfronteerd met een enorme hitte en rook. Omdat ze onderweg naar beneden de knop van de derde verdieping hadden ingedrukt, sloot de lift zich weer en bracht hen daar naartoe. Daar werden zij een half uur later gevonden door de brandweer. Moeder en dochter van het gezin, die ook in de lift zaten, overleefden de brand. Die was ontstaan doordat twee jongens van 12 en 13 vuurwerk hadden aangestoken op het bankstel dat in de hal van de flat stond.
Vast in de lift
Over dat bankstel kraakt de Onderzoeksraad ook een stevige noot. Dat was als de meeste meubels en matrassen zijn gevuld met kunststofschuim (PUR) dat gemakkelijk vlam vat en veel giftige rook veroorzaakt. Vorig jaar waren er in Nederland 31 woningbranden, met 32 doden tot gevolg. Daarvan werd een kwart daarvan werd veroorzaakt door brandbaar meubilair. ‘In de Scandinavische landen en het Verenigd Koninkrijk zijn daar al regels voor. In Nederland is daar wel over gesproken, maar dat is blijven liggen’, zegt OVV-voorzitter Jeroen Dijsselbloem. De Arnhemse flatbrand bewijst wederom dat ook in Nederland wettelijke veiligheidseisen noodzakelijk zijn, stelt de OVV.
Rondom de brand was de grote vraag of de lift wel goed heeft gefunctioneerd. Dat is op zich het geval, is de conclusie van de OVV. Maar doordat de brand in de hal de enige vluchtroute blokkeerde, konden andere bewoners de flat niet uit. Dat zorgde voor een onveilig gevoel. De brandweer probeerde bewoners duidelijk te maken dat ze veilig waren op de zijkanten van de galerij, maar dat werd bemoeilijkt door taalbarrières: veel bewoners zijn van buitenlandse afkomst.
Bovendien waren in de hal bouwkundige aanpassingen gedaan die de brandveiligheid aantastten. Zo zat er in plaats van veiligheidsglas een kunststofplaat tussen de entreehal en het trappenhuis en was er in de entree een verlaagd plafond gemaakt met houden balken en vezelplaten.
Eén vluchtroute voor 108 woningen
Volgens OVV-voorzitter Dijsselbloem draagt woningbouwvereniging Vivare een zware verantwoordelijkheid voor wat er is gebeurd. ‘De eigenaar van het gebouw is er verantwoordelijk voor dat de regels met betrekking tot brandveiligheid worden gehandhaafd. Dat is hier niet gebeurd. Er is een verlaagd plafond aangebracht en een kunststof deur die smolt door de brand. Er stond een bankstel in de hal. Dat mag er niet staan, nog niet één dag.’
Maar volgens Dijsselbloem is het probleem breder. ‘Deze flat in Arnhem is géén uitzondering. Drie van de acht miljoen woningen in Nederland zijn van woningbouwcorporaties. Daar zijn veel galerijflats bij met maar één vluchtroute. Daar moet veel beter toezicht op worden gehouden.’
De overheid zou ook moeten kijken naar de brandveiligheidseisen, aldus de OVV-voorzitter. ‘Je zou bijvoorbeeld voor een brandalarm kunnen zorgen. Als dat er was geweest, hadden deze mensen de lift nooit genomen. Je kunt een alarm ook koppelen aan de lift zodat die buiten werking wordt gesteld als er een brandalarm af gaat.’
Volgens Eric Angenent, directeur van Vivare, wil de woningbouwvereniging leren van wat er in Arnhem is gebeurd. Vivare gaat het bewustzijn onder bewoners over brandveiligheid vergroten, onder meer door ontruimingsoefeningen te organiseren. Niet alleen bij de flat in Arnhem, maar bij woongebouwen van Vivare. ‘Dat is niet alleen een boodschap aan ons, maar aan alle woningbouwverenigingen’, aldus Angenent.
De twee minderjarige veroorzakers van de brand zijn vorig jaar door de rechtbank in Arnhem wel schuldig bevonden, maar zij hebben geen straf opgelegd gekregen omdat van opzet geen sprake was. Wel werd de familie van de jongens veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van 90 duizend euro aan de nabestaanden van de slachtoffers.
Die nabestaanden reageerden vandaag ook schriftelijk op het OVV-rapport: ‘Wij beseffen, en dat is emotioneel zwaar, dat deze gebeurtenis door nalatigheid is ontstaan en daardoor misschien wel voorkomen had kunnen worden. Wij krijgen er Raymond en Jelle niet mee terug, maar wij gaan ervan uit dat betrokken partijen de conclusies in het rapport opvolgen, zodat dergelijke gebeurtenissen in de toekomst voorkomen kunnen worden.’
Bron
-
Dit bericht verscheen ook op: www.volkskrant.nl