Concentratie van kinderhartchirurgie in Rotterdam en Groningen mag voorlopig doorgaan

zorg

Demissionair minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers mag verder met de uitvoering van zijn plan om de kinderhartchirurgie in 2025 te concentreren in Rotterdam en Groningen. Drie academische ziekenhuizen verloren een kort geding waarin ze bezwaar maakten tegen dat plan.

Het besluit om de concentratie door te zetten viel in april dit jaar. De ziekenhuizen van Utrecht, Leiden en Amsterdam kondigden onmiddellijk aan dat ze zich juridisch tegen het verlies van hun afdeling kinderhartchirurgie zouden verzetten.

In november buigt de rechter zich inhoudelijk over het plan, maar in de tussentijd vroegen de ziekenhuizen om een adempauze. Ze waarschuwen voor onomkeerbare gevolgen omdat medewerkers nu al banen krijgen aangeboden in Rotterdam en Groningen. Bovendien vrezen ze voor de vernietiging van specialistische kennis en het wegvallen van capaciteit voor de kinder-ic.

‘De nu gewenste pauzeknop is niet in het belang van patiënten en de volksgezondheid, terwijl de onzekerheid over de toekomst daarmee niet zou worden weggenomen’, oordeelt de rechter. ‘Het urgente belang dat de minister heeft bij de concrete stappen naar concentratie van (hoog)complexe interventies aan het hart weegt zwaarder.’ De rechter vindt verder dat de gevolgen nog niet onomkeerbaar zijn en zegt dat de umc’s daarom ‘alvast met elkaar moeten gaan werken aan de voorwaarden die genoemd zijn in de brief van de minister van 30 mei 2023’.

Volumenormen

Tot die samenwerking roept minister Kuipers ook op in een reactie op de uitspraak, die volgens hem ertoe leidt ‘dat het transitieproces nu door kan blijven gaan en geen kostbare tijd wordt verloren’. Ook de patiëntenorganisaties Stichting Hartekind, Hartstichting, Harteraad en de Patiëntenvereniging Aangeboren Hartafwijkingen zijn ingenomen met de uitkomst van het kort geding.

De Hartstichting wees er eerder al op dat er volumenormen zijn opgesteld met het aantal operaties dat kinderhartchirurgen moeten uitvoeren om hun vaardigheden op peil te houden en de zorgkwaliteit voor patiënten met een aangeboren hartafwijking verder te verbeteren. Die normen worden nu niet gehaald.

Over het nut van de concentratie van alle expertise op twee plaatsen in het land heerst consensus. Hoe vaker artsen een bepaalde handeling uitvoeren, hoe beter ze er doorgaans in worden. Bovendien zou bundeling van de werkzaamheden leiden tot minder zware diensten voor de ongeveer twaalf hooggespecialiseerde kinderhartchirurgen die Nederland telt. Wanneer die specialisten verspreid over het land werken, kan langdurige uitval van één leiden tot een verdubbeling van het werk van een ander.

Voorstanders wijzen naar het Prinses Máxima Centrum in Utrecht, waar sinds vijf jaar alle kinderen met kanker terechtkomen. Die bundeling van een expertise op een locatie wordt alom als een succes beschouwd.

Desastreus

Ondanks die wetenschap duurt de strijd over de concentratie van de kinderhartchirurgie al dertig jaar. De drie klagende ziekenhuizen vonden in december de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan hun zijde, al sprak die zich niet definitief uit over de plannen.

De NZa adviseerde slechts dringend om op dit moment niet over te gaan tot bundeling van dit specialisme. Volgens de NZa bestaat er het risico op ‘onomkeerbare gevolgen’ voor de ziekenhuizen die nu de boot dreigen te missen. De kinderhartchirurgie werkt door in het totale zorgaanbod van het ziekenhuis, en heeft dus ook gevolgen voor de mensen die er werken en de overige patiënten die er kunnen worden opgenomen.

Zo kan de concentratie voor het ziekenhuis in Leiden (LUMC) desastreus uitpakken. Tweederde van kinderen op de kinder-ic in Leiden liggen daar vanwege hun hartproblemen. Vallen die patiënten weg, dan kan de kinder-ic waarschijnlijk niet open blijven, en dreigt het LUMC de academische status als kinderziekenhuis te verliezen.

Bron

Deel dit bericht