Chemo bij kinderen verhoogt risico op borstkanker

zorg

Nieuw onderzoek onder ruim 18 duizend overlevenden van kinderkanker laat zien dat zij een zes keer hogere kans hebben op borstkanker voor hun 40ste. Dat komt door het type chemokuur dat indertijd is gebruikt. Experts pleiten ervoor die vrouwen jaarlijks te screenen.

Natasja Peetoom was 15 jaar toen ze kanker kreeg en nu, ruim dertig jaar later, ondervindt ze de gevolgen van de behandelingen die ze toen onderging. De lymfeklierkanker viel bij haar alleen te bestrijden met een operatie, zware chemokuren en een uitgebreide bestraling van haar hals tot haar middenrif. Ze genas, totdat er in april dit jaar borstkanker bij haar werd ontdekt. Een effect, hoogstwaarschijnlijk, van de levensreddende therapie in haar jeugd, die haar lichaam óók schade heeft toegebracht.

Dat kinderen die kanker overleven later een grotere kans hebben om opnieuw kanker te krijgen, is al langer bekend. Tot nu toe werd dat vooral toegeschreven aan de bestraling. Er blijkt nog een risicofactor: internationaal onderzoek onder leiding van Nederlandse wetenschappers laat zien dat kinderen die intensief zijn behandeld met een veelgebruikt chemomiddel een grotere kans hebben om op volwassen leeftijd borstkanker te krijgen. De onderzoeksresultaten zijn maandag gepubliceerd in vakblad Nature Medicine.

Hoogleraar Leontien Kremer, verbonden aan het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie in Utrecht, onderzocht met haar team de medische gegevens van bijna 18.000 kinderen uit vier landen die tussen 1946 en 2012 behandeld werden voor kanker. Zo ontdekten ze een patroon dat in eerdere, kleinere studies, minder duidelijk was, zegt epidemioloog en onderzoeksleider Jop Teepen: vrouwen die als kind een hoge dosis van het middel doxorubicine hebben gekregen, lopen een bijna zes keer hoger risico om voor hun 40ste borstkanker te krijgen dan vrouwen in de algemene bevolking. Als ze daarnaast ook nog zijn bestraald op de borst, dan is dat risico zelfs 13 keer hoger. Deze week promoveert onderzoeker Yuehan Wang op die onderzoeksbevindingen.

Breuken in het dna

Waarom het chemomiddel op latere leeftijd borstkanker kan veroorzaken, is niet duidelijk, zegt Teepen. Bekend is dat het medicijn breuken maakt in het dna, maar een verhoogde kans op andere vormen van kanker is niet aangetoond. Voor andere, vergelijkbare chemomiddelen, is geen bewijs gevonden dat ze meer risico geven op kanker.

Kremer benadrukt dat het om kleine aantallen gaat. Van de bijna 18 dizend kinderen uit het onderzoek, kregen er 782 op latere leeftijd borstkanker. ‘De groep die niet voor de tweede keer kanker krijgt, is echt veel groter.’ Maar de boodschap van het onderzoek is duidelijk: vrouwen die als kind een hoge dosis van het chemomiddel hebben gekregen, moeten, eenmaal volwassen, jaarlijks op borstkanker worden onderzocht. In Nederland gaat het momenteel om zo’n vijfhonderd vrouwen, aldus Kremer. Nu krijgen alleen vrouwen die als kind werden bestraald een jaarlijkse screening op borstkanker.

Het is de Stichting Kinderoncologie Nederland (Skion) die moet besluiten over uitbreiding van de kankerscreening. De Nijmeegse hoogleraar gepersonaliseerde kankerscreening Mireille Broeders, niet betrokken bij het onderzoek, vindt dat de onderzoeksresultaten daar voldoende aanleiding toe geven. ‘Met individuele data uit verschillende internationale studies wordt duidelijk voor welke groep screening op borstkanker al op jonge leeftijd belangrijk is. Dat is een belangrijk nieuw inzicht.’

Screening cruciaal

Hoe cruciaal zo’n screening kan zijn, bewijst het verhaal van Natasja. Omdat zij in haar tienerjaren langdurig en intensief werd bestraald, kreeg zij al een jaarlijkse controle op borstkanker. Bij de laatste controle werd een tumor van ruim 4 centimeter gevonden. ‘Die was niet voelbaar, ik had het zelf nooit kunnen ontdekken’, zegt ze.

Haar behandelopties waren beperkt, net als voor veel andere patiënten die als kind voor kanker zijn behandeld. Na een borstsparende operatie was bestraling nodig en dat in een deel van haar lichaam dat al zoveel straling te verduren had gekregen: het gebied bij haar hart. Ze koos, in overleg met de artsen, voor een amputatie.

De prognose is nog onzeker maar de schildwachtklier is schoon, wat betekent dat de kanker niet is uitgezaaid. ‘Dankzij de controles en een waakzame internist is erger voorkomen’, zegt ze.

De Nederlandse onderzoeksresultaten maken duidelijk dat kinderen zo min mogelijk van het betrokken chemomiddel moeten krijgen. Ruim eenderde van alle kinderen met kanker wordt behandeld met doxorubicine. Omdat van dat middel bekend is dat het schadelijk kan zijn voor het hart, wordt de dosering de laatste jaren – waar dat kan – zo laag mogelijk gehouden, zegt Kremer. ‘Maar de overleving staat voorop, er zijn kinderen voor wie een hoge dosis noodzakelijk blijft.’

Hoge prijs

De overlevingscijfers van kinderen en jongeren met kanker zijn de afgelopen decennia flink verbeterd. Van de ongeveer 600 Nederlandse kinderen onder de 18 jaar die jaarlijks kanker krijgen, geneest 75 procent. Maar daar betalen zij soms een hoge prijs voor. Op latere leeftijd hebben ze een grotere kans op gezondheidsklachten, zegt Kremer. Nederland is een van de weinige landen ter wereld waar iedereen die op jonge leeftijd kanker heeft gehad regelmatig wordt onderzocht.

Nu Natasja voor de tweede keer moet genezen van kanker, blijkt de behandeling die ze als kind heeft gehad diepe sporen te hebben nagelaten. Ze is ernstig vermoeid, kampt met verzwakte spieren in haar nek, en haar zenuwen, bloed- en lymfevaten zijn aangetast, waardoor ze na de operatie te maken kreeg met vochtophoping en een infectie. ‘Tot een paar jaar geleden was ik nog aan het werk, nu zit ik ziek thuis. Ik heb een half uur energie per dag, daarna stort ik in.’

Zoveel fysieke klachten, opnieuw kanker en dan ook nog de angst voor wat de toekomst brengt: het is ingrijpend voor haarzelf en haar gezin, met twee jonge pubers. Toch geven de onderzoeksbevindingen haar ook een goed gevoel. Zij heeft eraan bijgedragen als een van die 17.903 kinderen van wie de gegevens zijn gebruikt. ‘Ik besef hoe belangrijk deze nieuwe onderzoeksresultaten zijn om te kunnen leven. Als dankzij dit onderzoek de controles worden uitgebreid, dan geeft me dat vertrouwen dat er goed op ons wordt gelet.’

Bron

Deel dit bericht