Het kabinet moet gemeenten weer wettelijk verplichten om statushouders met voorrang een sociale huurwoning toe te wijzen. Dat stelt de Adviesraad Migratie in een advies aan het kabinet over hoe het huisvesten van vluchtelingen met een verblijfsvergunning te versnellen.
Dit artikel verscheen op volkskrant.nl.

Het afschaffen van die verplichte voorrang op de woningmarkt voor statushouders, in 2017, heeft volgens de adviesraad geleid tot ‘een verminderd gevoel van urgentie’ bij gemeenten om statushouders te huisvesten. Terwijl de nood hoog is: de asielzoekersopvang zit mede overvol vanwege de ongeveer 17 duizend vluchtelingen met een verblijfsvergunning die er wachten op een huis. Als deze statushouders dat onderdak krijgen, is er weer meer plek voor asielzoekers.
De Adviesraad Migratie (ACVZ) is een onafhankelijk adviescollege voor de regering en het parlement over kwesties rond migratie. In het ongevraagde advies Een huis voor statushouders, dat de de raad donderdag aan het kabinet geeft, erkent zij dat het vinden van voldoende huizen voor statushouders lastig is voor gemeenten in deze ongekende wooncrisis.
Scheve ogen
Het leidt bovendien soms tot scheve ogen bij andere woningzoekenden, als vluchtelingen met voorrang een sociale huurwoning krijgen toegewezen waarvoor in veel gemeenten voor reguliere woningzoekenden een jarenlange wachttijd geldt. Tussen 2015 en 2021 gingen jaarlijks circa 13 duizend woningen naar statushouders, volgens de adviesraad zo’n 7 procent van het totaal vrijgekomen aanbod.
Vanwege die onvrede maakte het kabinet, mede op aandringen van de VVD, het gemeenten per 1 juli 2017 mogelijk om vluchtelingen niet langer met voorrang een sociale huurwoning toe te wijzen. Slechts een klein aantal gemeenten, waaronder Castricum en Westland, maakte hierop een einde aan de automatische urgentieregeling voor statushouders. Zoetermeer onderzoekt de mogelijkheid dit te doen. Maar ook deze gemeenten hebben nog steeds de opdracht van het Rijk om elk halfjaar een (naar rato van het inwoneraantal) toegewezen aantal statushouders te huisvesten. De gemeente Castricum doet dit middels flexwoningen.
Symbolisch effect
Hoewel dus weinig gemeenten de wetswijziging in de praktijk toepassen, heeft deze volgens de adviesraad wel degelijk een groot ‘symbolisch’ effect gehad. ‘De overheid straalt daarmee uit dat het huisvesten van statushouders geen maatschappelijke opgave is, dat is geen goed signaal geweest’, zegt voorzitter Monique Kremer van de Adviesraad Migratie. ‘De Rijksoverheid zegt daarmee dat ze het huisvesten van vluchtelingen niet zo belangrijk vindt, en laat gemeenten het oplossen. Als het van de wet niet hoeft, loopt in gemeenten de discussie op of er wel woningen met voorrang naar statushouders moeten gaan.’
Als de overheid weer wil uitstralen hoe belangrijk zij het vindt dat de statushouders snel een huis krijgen, moet zij deze wet weer veranderen, vindt Kremer. Daarbij wil de adviesraad dat er snel meer flexwoningen bij komen, waarin de vluchtelingen kunnen wonen. Ook moeten de provincies een actievere rol gaan spelen bij hun toezicht en al vooraf met gemeenten in gesprek gaan over de mogelijkheden om statushouders te huisvesten.
‘Voor de hele samenleving is het beter als vluchtelingen die in Nederland mogen blijven snel een huis krijgen’, zegt Kremer. ‘Ze kunnen pas met hun inburgering beginnen als zij ergens wonen. Hun levenskracht vermindert als hun leven te lang in de pauzestand staat.’
Bron
-
Dit bericht verscheen ook op: www.volkskrant.nl